Snel herstellende Sjinkie Knegt alweer een baas op het ijs
Drie winnaars kende het NK shorttrack per afstand. Dat bij de vrouwen alleen Suzanne Schulting die eer ten deel viel, zal niemand verbazen. Maar verbazen deden Sjinkie Knegt en Jens van ’t Wout wél. De laatste met een nationale titel, de eerste zelfs met twee titels als bewijs van een opmerkelijk herstel.
Het is nog geen twee jaar geleden dat de loopbaan van Sjinkie Knegt aan een zijden draadje hing na een ongeval met zijn kachel, waarbij de Fries ernstige brandwonden opliep aan met name zijn benen. Het was lang de vraag of de Schicht uit Bantega weer zou kunnen terugkomen op zijn oude niveau, maar het antwoord lijkt nu vooral van Knegt zelf te komen. Op zowel de 500 meter als de 1000 meter kroonde hij zich tot kampioen. In het holle Thialf weerklonk zelfs een keer een vreugdekreet, die gepaard ging met een gebalde vuist. Da’s een zeldzaam vertoon van vreugde van Knegt in nationale wedstrijden.
,,Een vuistje voor het publiek, ja, haha. Maar ik vond het zelf ook wel mooi hoor’’, vertelde Knegt, die na twee dagen racen in Thialf best tevreden was. ,,De 1000 meter ging niet bijzonder, maar was wel stabiel, op een klein foutje na. En de 500 meter was goed. Ik had in de finale maar één doel, dat was als eerste de eerste bocht ingaan en daarna rustig aan doen. Dat ik het tempo laag hield in plaats van hoog, daar schrok de rest behoorlijk van. We hadden dat vooraf zo bedacht, en als het dan precies zo uitkomt, ja, dat vind ik wel mooi.’’
Bondscoach Jeroen Otter liet zich ontvallen dat Knegt in zijn optiek vrij dicht tegen zijn oude topvorm aan zit. ,,Dat kan hij vinden, maar ik zie dat zelf heel anders. Op de 1500 meter word ik gewoon afgedroogd, dan zit ik niet tegen mijn oude topvorm aan. Qua snelheid sta ik er best wel goed voor, maar het schort op dit moment nog wel aan puur duurvermogen. Voor nu is het goed, maar ik weet dat het beter moet.’’
Irritatie
Sjinkie Knegt vertelde dat er in de medische wereld zo’n tweeënhalf jaar staat voor het herstel van zijn verwondingen. Daarvan zijn er nog geen twee voorbij, en de huidige Knegt verbaast al vriend en vijand. ,,Het lijf reageert best goed’’, concludeerde hij. ,,Het is vooral even lastig als ik de hele dag bezig ben geweest en dan mijn lichaam zeg maar ‘uit zet’. Dan ontstaat een bepaalde druk op de huid die irriteert, jeukt. Dat heb ik nu tijdens dit interview ook. Liefst zou ik dat lopend doen. Niet dat het erg is, en het hoort erbij. Ik weet ook niet of het weggaat, maar het belemmert zeker niet mijn prestaties.’’
Na wéér twee dagen schaatsen trekt Knegt toch vooral positieve conclusies. ,,,Ik heb twee dagen lekker geschaatst en vooral ritme opgedaan.’’ Met een grijns: ,,En ik heb laten zien dat ik het nog steeds kan.’’
Dat laatste constateerde ook de jonge Jens van ’t Wout. Het 19-jarige talent uit het team RTC Noord/Wadro zag Knegt alweer speciale dingen doen. ,,Echt niet normaal hoe sterk hij nu alweer rijdt. Ik kijk vaak bij hun trainingen, en dan rijdt hij gewoon weer 8,1 en 8,2. Supergoed, en verbazingwekkend hoe snel hij herstelt.’’
Primeur
Maar Van ’t Wout beleefde ook een bijzondere primeur: hij pakte de nationale titel op de 1500 meter en liet Knegt achter zich. ,,Sjinkie verslaan, tja, da’s wel heel gek. Hij is wereldkampioen, de ‘man that made the road’, zeg maar, die shorttrack op de kaart gezet heeft. Als je aan het rijden bent, denk je daar niet zoveel over na, maar na de rit komt dat besef echt wel. De jonge jongens hebben dat allemaal als ze met hem aan de start staan. Holy shit, het is wel Sjinkie. We zijn nu wel sterk genoeg om met hem te vechten, maar hij blijft Sjinkie. Dat zit in je hoofd.’’
Niettemin liet Van ’t Wout zien dat hij op zijn beste dagen kan wedijveren met de Schicht uit Bantega en met de héle top. Op de 1500 meter boekte het talent een prachtig succes. ,,Als je tegen die jongens van de selectie kan rijden probeer je altijd te winnen. Ik voel me momenteel heel sterk, had op het ijs ook een supergoed gevoel. Deze titel is echt het bewijs dat ik op de goede weg ben.’’
Uitdaging
Suzanne Schulting staat mondiaal al op eenzame hoogte, laat staan binnen de eigen landsgrenzen. Het NK leverde haar zonder al te veel problemen drie titels op in een toernooi waarin Schulting vooral zichzelf moest uitdagen. ,,Die uitdaging probeerde ik te zoeken in elke rit. Op de 1000 meter mocht ik pas twee ronden voor het einde op kop zitten. Dat was afgesproken met Jeroen Otter. Dan ga je toch andere lijnen rijden, op een andere manier spelen, en het een beetje spannend maken voor jezelf. Op de 500 meter wilde ik ook iets proberen door het het tempo laag te houden. Dat pakte niet helemaal goed uit omdat ik toch te veel snelheid maakte. Daar heb ik wel iets van opgestoken, en dat kan beter hier dan op een EK of WK.’’
Maar voor Schulting telde slechts één ding, wist ook bondscoach Otter. Ze wilde racen. ,,Absoluut. Maar ik hunker vooral naar internationale races omdat ik aan de wereld wil laten zien hoe goed ik ben, omdat ik me wil meten. In de trainingen zien we leuke rondetijden langskomen, en dan praten Jeroen en ik erover hoe frustrerend het is dat je nu geen internationale wedstrijden hebt waar ik dat kan laten zien.’’