Ragne Wiklund laat Noors schaatshart kloppen
Als het Noorse schaatsen aan de kunstmatige beademing lag, dan klopt het hart nu weer. Verantwoordelijk daarvoor is een vrolijke 20-jarige. Ragne Wiklund deed in Thialf een zeer verrassende greep naar de wereldtitel op de 1500 meter. Dat ze daarin slaagde, vond Wiklund zelf nog het meest verrassend.
De Noren hebben natuurlijk een rijke historie als het gaat om schaatsen. Maar de meeste pagina’s zijn geschreven in een inmiddels grijs verleden. Successen van Noorse vrouwen zijn helemaal schaars. Het eerste WK Afstanden werd verreden in 1996, nota bene in het Vikingskipet in Hamar, maar nooit slaagde een Noorse rijdster erin ook maar één medaille binnen te brengen. Sterker, Laila Schou-Nilsen is de enige Noorse die ooit wereldkampioene werd op de schaats. Maar dat was in 1937 en 1938. Het goud van Ragne Wiklund is dan ook een prestatie met een historische betekenis voor het Noorse schaatsen.
Maar dat besef drong niet door tot Ragne Wiklund. Sterker, het besef dat ze wereldkampioene was ging er maar moeilijk in bij de jonge Noorse. ,,Ik realiseer het me nog steeds niet’’, erkende ze. ,,Op het middenterrein stond echt iedereen te huilen. De coaches, mijn teamgenotes. Iedereen, behalve ik. Omdat ik het nog steeds niet kon geloven. Ik was sprakeloos.’’
Wiklund zette haar tijd (1.54,61) al vroeg neer. Vervolgens zag ze hoe rit na rit haar tijd overeind bleef. Nou ja, zág… Kijken durfde ze namelijk al een tijdje niet meer. ,,Zeker in die laatste rit niet, van Antoinette de Jong tegen Ireen Wüst. Ik was zó nerveus.’’ Vlak daarvoor hadden de Noorse meiden al een klein feestje gevierd op het moment dat bleek dat Wiklund al zeker was van een medaille. ,,Toen hebben we wel even gejuicht, ja. Met podium was ik echt al heel blij.’’ In de rit van De Jong en Wüst wendde ze de blik bewust af. ,,Ik zag alleen de andere meiden, die op een gegeven moment al begonnen te juichen. ‘Niet jinxen, niet jinxen’, riep ik nog. Maar vlak daarna bleek dat ik echt wereldkampioen was. Ongelooflijk.’’
Nooit gedacht
Daarmee verraste ze niet alleen de schaatswereld, maar vooral ook zichzelf. ,,Absoluut, ja. Dat is een heel makkelijk antwoord. Toevallig keek ik een dag voor de wedstrijd nog naar de resultaten van de Worldcups en zag ik dat ik elke keer zo’n twee seconden achter het goud zat. Ik dacht dat podium desondanks binnen bereik zou zijn, maar goud winnen, nee, dat had ik nooit gedacht.’’
Daarin was ze niet de enige. Ook haar coach, de Nederlandse Noor Bjarne Rykkje, had de verbazing in zijn ogen staan. ,,Dat ze hier in de 1.54 rijdt, verrast me aan de ene kant wel, maar ook weer niet als je haar progressie van de laatste weken ziet. Dat ze met die tijd wereldkampioen wordt, ja, dat verbaast me wel.’’
Rykkje heeft Wiklund onder zijn hoede sinds zijn aantreden als Noorse bondscoach in 2018. De Haarlemmer zag de potentie van de jonge rijdster, die drie jaar geleden bij de junioren al wereldkampioene werd op de drie kilometer. ,,Dus helemaal uit het niets komt ze zeker niet. Maar ze heeft vorig jaar om verschillende redenen een slecht seizoen gehad. Omdat het zo slecht ging, zijn we vorig jaar januari met elkaar gaan zitten. We hebben heel goed gesproken en daarna is er bij haar een knop omgegaan. Ik kan wel zeggen dat ze sindsdien alles goed doet. Een maand later reed ze in Calgary al persoonlijke records en daarna is ze alleen maar beter geworden. Ze is echt professioneler geworden en kan ongelooflijk goed schaatsen. Ragne is echt een groot talent, waar we heel zuinig op moeten zijn.’’
Orienteering
Wiklund is sowieso een multitalent, een duursporter pur sang. Want ze blinkt ook uit in het typisch Scandinavische ‘orienteering’, waarbij deelnemers met een kompas en kaart de bossen in gaan om zo snel mogelijk hun weg te vinden. ,,Dat is in Noorwegen populairder dan schaatsen’’, vertelt Wiklund. ,,Mijn ouders deden dat, en ik groeide ermee op. Ik heb zelfs eerder in orienteering een nationale titel gehaald bij de senioren dan in schaatsen.’’ Dit najaar verdedigt ze gewoon haar Noorse titel. ,,Ik blijf dat combineren, want het zou dom zijn nu te stoppen. Waarom een winnend recept veranderen.’’
Ze houdt van de ruige Noorse natuur, die zelfs bij haar ouderlijk huis in Oslo om de hoek ligt. ,,Vijf minuten, dan ben ik in de bossen en kan ik rennen.’’ IJs is een lastiger verhaal. ,,De buitenbaan waar ik train heeft op dit moment geen ijs. Dat proberen ze te herstellen. De roep om een overdekte baan is er ook al lang, maar ik denk niet dat die er komt.’’ Met een wereldtitel op zak kan ze op dat punt misschien het verschil maken. ,,Ik hoop het. Net als ik hoop dat dit succes een nieuwe impuls kan geven aan het Noorse schaatsen. We weten nu dat het kan, dat het mogelijk is. Dat is heel belangrijk.’’