Lindsay van Zundert ziet fantastisch seizoen bekroond worden met de Sjoukje Dijkstra Trophy 2021
Op het ijs van De Uithof in Den Haag heeft kunstrijdster Lindsay van Zundert vandaag de KNSB-jaarprijs 2021 ontvangen. Zij kreeg deze Sjoukje Dijkstra Trofee uitgereikt door de naamgeefster zelf, de olympisch kampioene kunstrijden van 1964.
“Ik ben heel blij met deze prijs en dankbaar dat ik hem gekregen heb”, reageerde de kersverse Kunstrijdster van het Jaar. In 2018 werd Van Zundert nog onderscheiden als Talent van het Jaar. Ze heeft zich sindsdien razendsnel ontwikkeld. Bij het WK in Stockholm werd ze in maart van dit jaar 16de, wat door NOC*NSF zo hoog werd gewaardeerd dat Nederland één kunstrijdster naar de Spelen in Beijing mag afvaardigen.
Officieel is Van Zundert nog in een strijd gewikkeld met Niki Wories voor dat olympische startbewijs. “Het gaat goed”, vertelt de 16-jarige Brabantse tijdens een middagpauze van de najaars-trainingsweek van de Stichting Kunstrijden Nederland (SKN).
Deze stichting, opgericht door Joan Haanappel en Sjoukje Dijkstra, ondersteunt Van Zundert zowel sporttechnisch als financieel. “Ik herken mijzelf in Lindsay”, vertelt Dijkstra trots. “Ze is heel vlijtig en enorm gefocust. Lindsay traint keihard, is nooit tevreden, al zou ze dat juist wel wat meer mogen zijn. Ze heeft een fantastische progressie geboekt en rijdt prachtige küren. Deze prijs verdient ze volledig.”
Binnen de KNSB is de waardering voor Lindsay van Zundert minstens zo groot. Technisch directeur Remy de Wit noemde haar al ‘de revelatie van het jaar’. Mede vanwege de coronapandemie besloot de bond afgelopen seizoen geen jaarprijzen uit te reiken. Alleen voor het kunstrijden werd een uitzondering gemaakt, omdat het ook uitzonderlijk is dat Nederland voor het eerst sinds 1976 weer een kunstrijdster op de Spelen heeft staan.
Lindsay van Zundert hoopt dat zij degene is die in februari 2022 naar Beijing mag afreizen. Wat ze daarvoor doet? “Keihard werken”, zegt de havo4-scholiere uit Etten-Leur. Haar bescheiden tienerkamer thuis in Etten-Leur staat intussen aardig vol met bekers en bokalen. “Ik denk dat er nu zo’n veertig staan. Deze jaarprijs krijgt daar een mooi plekje tussen!”
