Rijdster team Zaanlander drukt stempel op Trachitol Trophy
Het was best een opvallende conclusie. Waar je zou denken dat er in de Trachitol Trophy kansen lagen voor andere teams, bleek dat team Zaanlander ook zonder Irene Schouten en Marijke Groenewoud over voldoende kwaliteit beschikt om te kunnen domineren. Bij afwezigheid van de twee topvrouwen stond nu Elisa Dul op. Met drie zeges én de eindzege werd zij de grote winnares van de Vierdaagse.
Voor de rest van het damespeloton moet het weleens zijn om moedeloos van te worden. Denk je dat er misschien iets te halen valt op het moment dat Irene Schouten en Marijke Groenewoud er niet bij zijn, maar dan is het alsof ze bij Zaanlander even een nieuw blik opentrekken en Elisa Dul gewoon de volgende rijdster is van Jillert Anema die het peloton de wil kan opleggen. Zelfs als het maar gaat om een team met twee rijdsters, met naast Dul ook Maaike Verweij. Uiteindelijk wist op de derde dag alleen Aggie Walsma de hegemonie van Dul te doorbreken.
Nog schrijnender wordt het eigenlijk als Elisa Dul (23) vertelt dat het plan aanvankelijk anders was. Na terugkeer van een trainingskamp op Tenerife zou de rijdster uit Oene in ieder geval de eerste etappe van de Vierdaagse meemaken. ,,En misschien ook nog een tweede, maar dan zou de focus echt op de langebaan gaan om me voor te bereiden op het olympisch kwalificatietoernooi. Maar het ging zó goed dat ik uiteindelijk alle avonden heb gereden.’’
Fris en sterk
Dul voelde al in de eerste van de vier wedstrijden dat ze vorm had. ,,Ik reed echt heel lekker, voelde me fris en sterk. Maar de tweede dag was al wat pittiger en op dat moment dacht ik even dat ik misschien toch heel erg ging slijten in vier dagen.’’ Het liep anders. ,,Op de derde dag reed ik alweer veel makkelijker en de vierde ook. Het ging eigenlijk hartstikke goed. Zo heb ik uiteindelijk dat trainingsblok op Tenerife nog mooi met een paar dagen kunnen verlengen.’’
Dát ze zo’n Vierdaagse tot het einde goed kon volbrengen, was voor Elisa Dul ook nieuw. ,,Als je me een paar jaar geleden had gevraagd of ik zoiets leuk vond, had ik echt gezegd dat het niets was voor mij. Ik ben en blijf toch echt wel een sprinter. Maar de afgelopen twee seizoenen merk ik dat ik steeds sterker word en steeds meer arbeid aankan. Dat laat ik nu ook zien in de marathons. Ik kan zelf gaten dichten en lig dan niet meteen op apegapen, maar herstel in de wedstrijd en kan dan gewoon weer meedoen in de sprint.’’
Daarmee verbaast ze zichzelf wel. ,,Ja. Zeker ook op die laatste dag. Honderd rondjes, dat is niet iets wat ik vaak doe. Ik heb denk ik één keer eerder een Vierdaagse uitgereden en rijd dan met het NK op kunstijs honderd ronden. Nu dan dus ook, maar daar gingen wel drie dagen koers aan vooraf. Het verraste me dat ik daar zo fris doorheen kwam.’’
De verklaring voor haar prestaties zoekt Elisa Dul – die bij de marathon Cup in Haarlem ook al winnend over de streep kwam – vooral in het feit dat ze zelf sterker is geworden. ,,Dat is denk ik het belangrijkste.’’ Mét Schouten en Groenewoud op het ijs wordt het zelfs alleen maar makkelijker, legt ze uit. ,,Dan hoef ik niet zelf elke ontsnapping mee te zitten. Je weet dat Irene in een kopgroep in principe winnend is, en Marijke ook. Dat geeft rust. Nu moesten Maaike en ik het echt met z’n tweetjes doen, wat toch iets zwaarder en moeilijker is dan wanneer we met vier aan de start staan. Ik denk daarom dat we samen een mooie prestatie hebben neergezet.’’
Eindsprint
Ze ziet zichzelf ook nog steeds als een sprinter. ,,In principe wel, want ook bij de marathon moet ik het echt nog hebben van de eindsprint. Ik ben iemand die wel mee kan zitten in een kopgroep, maar dan niet degene is die vanuit die groep zal demarreren om solo aan te komen. Ik moet en kan vertrouwen op mijn eindsprint, dus ja, ik zie mezelf wel als een sprinter.’’ Daar zitten wel bepaalde parallellen in met Irene Schouten, die het ook heel lang vooral van haar sprint moest hebben, maar pas later echt sterker werd en wedstrijden kon domineren. Dul, met een lach: ,,Klopt wel, ja. Maar ik kan alleen maar hopen dat ik me ook zo ontwikkel en dat over een paar jaar ook kan zeggen. Als ik zie waar Irene nu staat en welke groei zij de laatste seizoenen heeft doorgemaakt, hoop ik alleen maar dat dat bij mij ook gebeurt.’’
Tussen kerst en nieuwjaar is ook Elisa Dul één van de schaatssters die een gooi doet naar de olympische startbewijzen, want de langebaan weegt voor haar nog steeds het zwaarst. Dul start op de 1000 en 1500 meter. In de aanloop reisde de ploeg van Anema naar Inzell om de laatste voorbereidingen te treffen. ,,Lekker veel schaatsen met het team, en rust pakken. Dat is het belangrijkste. En dan kan ik daarna alleen maar hopen dat alles samenvalt; de power, de inhoud die ik nu heb, de techniek. Ik hoop dat het leuke wedstrijden worden.’’