’Je wordt wel een beetje murw’
Het managen van een ijsbaan is momenteel geen benijdenswaardig beroep. De maatregelen, de beperkingen en nu weer de lockdown maken het lastig om enigszins te kunnen draaien. En waar de ene baan wel draait, moet de ander helemaal de deuren sluiten. ,,Je wordt wel een beetje murw van alles’’, verzucht Jakko Jan Leeuwangh, manager van De Westfries in Hoorn.
Dat contrast zie je terug bij de banen van Optisport. Hoorn en Breda zijn gewoon open, Dordrecht is gesloten. Het is een gevolg van andere regeltjes, van andere situaties en van andere gemeentebesturen. Dat Hoorn en Breda de deuren mogen openen voor schaatsers die de baan op willen, heeft alles met de situatie te maken. Die banen zijn, zoals dat heet, halfopen. Dordrecht is dat bijvoorbeeld niet, wordt daardoor aangemerkt als binnensport en moet dicht.
Jakko Jan Leeuwangh heeft zich vorig jaar ingespannen in een overleg met de gemeente Hoorn en plukt daar nu de vruchten van. ,,Mede naar aanleiding van een brief met onder andere de ventilatiegetallen die ik naar de gemeente had gestuurd, is De Westfries nu officieel een buitensportlocatie’’, vertelt Leeuwangh. ,,Dat betekent dat we nu in principe open mogen, zij het dat we natuurlijk wel om vijf uur moeten sluiten en dat de horeca dicht is. Daar mogen we overigens wel aan Grab & Go doen. Vanaf de kerstdagen laten we de mensen reserveren omdat we toch de aantallen in de gaten willen houden. Tegelijkertijd rond de 250 mensen maximaal is een mooi aantal. Dat is nog overzichtelijk.’’
Dicht
Het is een situatie waar zijn collega Rodney van Gelderen van Optisport Dordrecht van droomt. In Dordrecht is de deur sinds laatste persconferentie grotendeels dicht. Voor die tijd had Van Gelderen de zaken prima voor elkaar, maar nu beperken de activiteiten zich tot die van clubjes met een topsportstatus. ,,Daarvan hebben we er een aantal’’, vertelt hij. ,,Dordrecht is de enige met een topsportstatus voor kunstrijders vanuit de KNSB en een club uit Dordrecht. Daarnaast trainen ook de shorttrackers van de RTC Dordrecht hier.’’
Tot de lockdown had Van Gelderen de zaken prima voor elkaar. Vernieuwend was de appgroep die hij had aangemaakt. Daarin konden de meeste vaste huurders met elkaar communiceren. ,,Daar werd echt gekeken hoe de ene club ergens een halfuurtje vandaan kon halen en waar de andere club dat dan weer kon terugkrijgen. Daar hoefden wij verder niet tussen te zitten. Dat beviel de huurders enorm goed. Zo maakten we steeds een nieuw schema.’’
Dordrecht incasseerde wel een fikse tegenvaller. De World Cup shorttrack mocht daar niet met publiek gereden worden. Opnieuw, zegt Van Gelderen, die vorig jaar al een WK kreeg zonder toeschouwers. ,,Best wel een fiasco. Het ontbreken van publiek neemt zoveel sfeer weg van een evenement’’, stelt hij. ,,Maar we hebben de negativiteit omgezet in een positiviteit, hebben alle energie gestoken in de kwaliteit van het ijs. Die was fantastisch. Er werd op drieduizendste na een wereldrecord gereden op de 500 meter. Op een laaglandbaan. De sporters zelf waren ook vol lof. Dat gaf in ieder geval weer veel voldoening.’’
Regeling
In de strijd om financieel het hoofd boven water te houden, blijkt de door de VKN bedongen SPUKIJZ regeling heel belangrijk. ,,Zonder die regeling was het moeilijk geweest, maar wij konden vorig seizoen daardoor uiteindelijk quitte draaien’’, vertelt Leeuwangh. Het jaar 2021 was voor hem tot nu toe redelijk goed, maar Leeuwangh ‘kluste’ wel bij. ,,Deze zomer zijn we vaccinatielocatie geweest. Daar hebben we huur voor gekregen, inclusief de afkoop van de horeca. Die hebben ze zelf gerund. Daarnaast hebben we in Hoorn heel veel ijs verhuurd aan verenigingen waar we ook een extraatje mee hebben verdiend.’’ Maar het is niet allemaal halleluja. ,,Het grote verlies zit echt in de horeca. Daar verliezen we zo anderhalf tot twee ton in een seizoen.’’
Van Gelderen had zijn hoop stilletjes gevestigd op de kerstdagen. ,,Dan hebben we in twee weken tijd normaal gesproken duizenden mensen op het ijs voor het recreatieve schaatsen. Maar daar kan nu een streep doorheen.’’
Voormalig topschaatser Leeuwangh, bezig aan zijn vierde seizoen als manager in Hoorn, probeert de moed erin te houden en nog wat te maken van het seizoen. ,,Maar je wordt af en toe wel een beetje murw van alles. Je krijgt een regel waarvan nog niet heel veel mensen weten wat de vertaling precies is, moet vervolgens binnen een paar dagen alles op orde hebben, moet daar met de verenigingen op inspelen en een rooster maken. Dan heb je de hele rambam op orde en komen ze twee weken later met de volgende regel. Moet je wéér alles aanpassen. Daar worden we wel een beetje moe van. Weet je, die regels zijn ook niet elke keer in dezelfde lijn, maar net even anders. Gelukkig hebben wij wel een gemeente die heel goed meedenkt.’’