Irene Schouten klasse apart
Tja, wat moet je momenteel zeggen van Irene Schouten? Dat ze inmiddels absolute wereldtop is, en wellicht net ietsje meer dan dat. De beste van allemaal misschien. Dat bevestigde ze in ieder geval in Thialf, waar uiteindelijk vier startbewijzen achter haar naam staan.
Was er voor Irene Schouten dan helemaal geen wolkje aan de lucht? Jawel. De Noord-Hollandse was boos. Behoorlijk boos zelfs. Dat gebeurde na de 1500 meter, die ze in haar ogen verprutst had met een vijfde plaats op 19 honderdste van nummer drie Marijke Groenewoud. ,,Ik wilde zó graag op die afstand voor een stunt zorgen. Had extra op de start getraind en reed juist nu mijn snelste opening ooit’’, legde Schouten uit. ,,Maar ik zag al een moeilijke wissel met Ireen Wüst aankomen en daarna ging het mis. Daar baal ik echt enorm van.’’
Maar Schouten zag ook wel een lichtpuntje, want uiteindelijk bleek ze daarmee ploeggenote Groenewoud een handje te hebben geholpen. En dat betekende weer einde dilemma voor de mass-start, want de optelsom van voormalig wereldkampioene Schouten en huidig wereldkampioene Groenewoud is voor iedereen een makkie. ,,Dat is dan uiteindelijk een voordeel gebleken’’, erkende Schouten.
Met eclatante zeges op de drie en de vijf kilometer op zak begint Schouten straks aan haar tweede Spelen in de wetenschap dat ze op meerdere onderdelen de grote favoriete is. Da’s heel anders dan vier jaar geleden, toen Schouten enkel de mass-start mocht rijden en daar brons veroverde. Maar juist daarna heeft ze een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Met één bronzen plak zal ze in Peking absoluut geen genoegen meer nemen.
Achtereekte
Op de vijf kilometer verdiende Sanne in ’t Hof het tweede startbewijs, en op de drie kilometer krijgt Schouten gezelschap van Antoinette de Jong en toch weer Carlijn Achtereekte, die gelukkig de kans krijgt haar titel van Pyeongchang te verdedigen. Dat scheelde bitter weinig overigens, want ze hield exact éénhonderdste over ten opzichte van de diep teleurgestelde Merel Conijn. ,,Het huilen van opluchting stond me nader dan het lachen’’, verzuchtte Achtereekte.
Maar die lach was er naderhand zeker. ,,Als olympisch kampioen wil je wel kans hebben om je titel te kunnen verdedigen, dus gelukkig kan ik die strijd aangaan. Er zit nog zoveel meer in, maar dat ga ik bewaren voor later. Er is niets mooiers dan op het hoogst haalbare toernooi uit te mogen komen voor je land.’’