Peloton na twee jaar weer in wedstrijden op natuurijs
Het slot van het marathonseizoen speelt zich deze winter af in Zweden. Op een slordige honderd kilometer onder de poolcirkel strijkt het peloton neer in Luleå voor maar liefst vijf wedstrijden. En één ding is nu al duidelijk. De horde marathonschaatsers is zo gretig als het maar kan zijn na twee jaar zonder wedstrijden op natuurijs.
De laatste gelegenheid waarbij de marathonschaatsers de strijd aanbonden was eveneens in Luleå. Drie wedstrijden op het zee-ijs van de Botnische Golf in omstandigheden zoals het peloton die inmiddels wel kent van eerder verblijven in Zweeds Lapland. Maar als je de rondjes op het ovaaltje in Noordlaren niet meerekent, is er daarna dus niets meer gereden op natuurijs.
En dat, verwacht Evert Hoolwerf, zal absoluut effect hebben op de races in Luleå. ,,Normaal gesproken hebben we natuurlijk eind januari de wedstrijden op de Weissensee. Wat je daarna vaak ziet, is dat de rijders een beetje naar het einde van het seizoen gaan toewerken, en dat de gretigheid er een beetje uit is’’, vertelt Hoolwerf. ,,Maar nu merk je aan alles en iedereen dat dit juist helemáál niet zo is. Iedereen staat echt te trappelen om daar te rijden. Dat is echt wel een verschil.’’
Meezitten
Hoolwerf was zelf winnaar van de laatste twee wedstrijden in Luleå en ook nu is hij dik in orde. Dat bewees de man van Hoolwerf Heiwerken/AB Vakwerk wel met zijn zege in de cupfinale in Den Haag. ,,Maar verwacht niet meteen te veel van me hoor’’, tempert Hoolwerf al te drieste verwachtingen. ,,Voor die twee zeges heb ik nooit een goede wedstrijd gereden in Zweden. Sterker, ik denk dat ik er niet eens eentje heb uitgereden. Altijd was er wel wat. Om te kunnen winnen op natuurijs moet namelijk wel alles meezitten. Je materiaal moet heel blijven, het moet niet te koud zijn en je moet de scheuren ontwijken. Je bent van veel factoren afhankelijk.’’
Jordy Harink beaamt dat. Ook de rijder van Royal A-ware kent het klappen van de zweep op natuurijs. Hij stond immers al op het podium op zowel de Weissensee als in Zweden. ,,Da’s ook wel een beetje mijn terrein’’, stelt hij. ,,Ik voel me daar wel thuis.’’ Maar ook hij miste twee jaar lang de echte wedstrijden. ,,Vorig jaar heb ik nog wel wat gereden op natuurijs, maar dat was een beetje relaxed genieten van mooie tochten. Met wedstrijden had dat niets te maken. Het zal daarom voor iedereen nu weer even wennen zijn.’’
Het wordt, verwacht Harink, ook best een beetje spannend. En dan heeft hij het niet alleen over het koersverloop, maar ook over de manier waarop rijders zich manifesteren in de Zweedse omstandigheden. ,,Het is maar afwachten wie van de nieuwe jongens in het peloton goed over natuurijs gaat, wie er op dat punt stappen maken. Ik vind dat wel interessant, maar kijk vooral ook heel erg uit naar de wedstrijden.’’
Veranderd
Er is, wil Harink maar zeggen, natuurlijk veel veranderd in het peloton. Mannen die op natuurijs vaak bepalend waren als Jouke Hoogeveen, Frank Vreugdenhil, Erik Jan Kooiman en de broers Bob en Bart de Vries zijn er nu niet meer bij. Dat biedt ruimte aan andere mannen. ,,Het is mooi te zien wie opstaat. En dan kan het snel gaan hoor. Dat heb ik gezien bij mezelf als 19-jarige. Ik denk dat er meer zijn die nu die stap kunnen zetten.’’
Harink heeft zich ontpopt als iemand die bij uitstek goed is op natuurijs vanwege één heel belangrijke kwaliteit. ,,Niet kapot gaan, dat is vooral mijn kracht. Gewoon kunnen doorgaan. En dan maakt het me niet uit of het de Weissensee is of Zweden.’’ Maar in Zweden is merkbaar wel de structuur van het ijs anders.
,,Wat gevaarlijker, vind ik’’, stelt Harink. ,,Omdat er veel meer dunne haarscheurtjes in het ijs zitten, die je eigenlijk niet ziet. Maar verder hoop ik altijd dat het zwaar is. Laar het maar waaien, laat het maar selectief zijn. Hoe selectiever, hoe mooier.’’
Als het aankomt op favorietenrollen, dan wordt er vooral gekeken naar Hoolwerf Heiwerken/AB Vakwerk. Hoolwerf snapt dat. ,,Maar ik weet niet of wij de sterkste ploeg hebben. Vlak ook Bouwselect niet uit, met zeker drie mannen die goed zijn op natuurijs. En bij Jumbo-Visma zijn ze ook heel fit, terwijl A-ware met Jordy Harink en Sjoerd den Hertog ook altijd goed is op natuurijs. Maar zelf hebben we inderdaad een ploeg die goed staat en goeie kaarten heeft.’’
Jordy Harink is vooral nieuwsgierig. ,,Wij moeten even afwachten, hebben een ploeg met jongens met weinig ervaring op natuurijs. Of zelfs geen. Ik denk dat iemand als Jos de Vos dit zeker moet kunnen, maar echt bewijs hebben we niet. Voor onze ploeg wordt het snel leren, dat is wel zeker.’’
Restricties eraf
Bram Smallenbroek ziet de komst van het peloton al net zo gretig tegemoet. De organisator in Luleå weet inmiddels dat de situatie in Zweden uitstekend is. ,,Sinds begin februari zijn alle restricties eraf. Dat zijn goede berichten. En omdat we nu samenwerken met een Zweedse organisatie, valt het evenement onder Zweedse regelgeving. Ook voor de beeldvorming is het heel fijn dat alles weer open is. Het zou heel raar geweest zijn als we naar een land gaan waar ze niet echt op ons zitten te wachten. Dat gevoel heb ik totaal niet, maar juist het gevoel dat ze ons heel graag ontvangen en ontzettend veel zin hebben in dit evenement.’’
Smallenbroek heeft een ruimer evenement kunnen neerzetten dan in het verleden, met liefst vijf wedstrijden. ,,Inclusief het Open Nederlands kampioenschap en de Alternatieve Elfstedentocht. Uniek dat wij dat mogen doen. Natuurlijk weten we dat dit normaal op de Weissensee wordt gereden, maar het is in ieder geval één keer leuk dat in Luleå te hebben.’’