Marijke Groenewoud beleeft haar droom in Beijing
In één race liet Marijke Groenewoud haar droom uitkomen én verloste ze bondscoach Jan Coopmans van in ieder geval één duivels dilemma. De blonde Friezin stuntte op de schaatsmijl en mag nu als bijvangst nog de olympische mass-start rijden.De échte bonus kwam nog in Beijing, waar ze in de ploegachtervolging mocht starten en zo beslag legde op een bronzen medaille.
Voor het vertrek naar Beijing regeerde voorzichtigheid het leven van de kersverse olympiër Marijke Groenewoud. De 23-jarige schaatsster uit Hallum had kort voor het olympisch kwalificatietoernooi al corona gehad, maar wilde geen enkel risico nemen. ,,Er is toch de kans dat je het nog een keer krijgt. Daar ben ik voorzichtig mee’’, stelde ze. Daarom maakte ze in de laatste weken voor Beijing haar eigen bubbeltje, in een tuinhuisje bij het ouderlijk huis van haar vriend Mike Drogtrop in het Drentse Zijen. ,,Prima zo. Want als ik nu nog corona krijg, kan ik het wel vergeten. Dat wil je echt niet.’’
Groenewoud was één van die verrassingen van het kwalificatietoernooi. In Thialf verraste ze niet alleen de buitenwacht, maar toch ook zichzelf. ,,Ergens’’, zegt ze, ,,wist ik wel dat het erin zat, maar tot dan was het er nog niet uitgekomen. Dat het gebeurde op juist dát moment, beter kon natuurlijk niet.’’
En dat ook nog op de 1500 meter, misschien wel de moeilijkste afstand om een startbewijs af te dwingen. Zelfs binnen haar eigen ploeg was de concurrentie al enorm. ,,Er is zo’n grote groep die het kan doen, zóveel namen die vooraf op papier staan. En er konden er maar drie heen. Natuurlijk heb je een kans, maar die is niet supergroot.’’ De snelheid pakte ze mee uit de trainingen voor de 1000 meter, en overleven in de laatste ronde is iets wat haar altijd wel goed afgaat. ,,Maar nu had ik ook geluk dat die dag de snelheid makkelijk kwam. Dat moet ook wel als je meewilt met meiden als Ireen Wüst en Antoinette de Jong.’’
Emoties
De verschillen bleken aan het einde van de rit minimaal, het verschil in emoties maximaal. Groenewoud beleefde haar droom, maar alleen al in haar eigen team Zaanlander waren er drie balende vrouwen. ,,We werden drie, vier, vijf en zes. En dat allemaal binnen een halve seconde. Mijn verschil met Melissa Wijfje was zelfs maar tweehonderdste. Bizar.’’ Zo’n resultaat moet ieder even op zijn eigen manier verwerken, vervolgt ze. ,,Ik kwam ze wel weer tegen in de krachthal en dan geven ze wel een knuffel, zijn ook blij voor je, maar balen natuurlijk zelf. En dat snap ik.’’ Groenewoud reed de laatste jaren heel veel in de marathon, waar de groepsdynamiek totaal anders is. ,,Dit is ook wel een team, maar uiteindelijk toch individueel. Je gunt het een ander wel, maar jezelf meer.’’
In ieder geval was er minimaal één persoon heel blij met de prestatie van Groenewoud, en dat was bondscoach Jan Coopmans. Die wist al dat hij bij de mannen was opgezadeld met een enorm dilemma, en zag opeens hoe mogelijke problemen bij de vrouwen als sneeuw voor de zon verdwenen. Met haar individuele plaatsing was Marijke Groenewoud de ideale rijdster om voor de mass-start te koppelen aan Irene Schouten. ,,Ik dacht niet meteen dat dat een zekerheid zou zijn, maar toen ik eenmaal op de olympische lijst stond, voelde ik wel dat ze me nu bijna wel móesten nemen voor de mass-start. Wie moest er anders rijden? Ik had me in andere massastarts al goed laten zien, en ik ben natuurlijk ook de wereldkampioene.’’ Lachend: ,,Die moet je meenemen toch?’’
Kledingpakket
Het duurde een tijdje voor ze besefte dat ze naar de Spelen ging. Ondanks de bijna oneindige stroom berichtjes die ze kreeg en het grote aantal steunbetuigingen in het dorp, was het eigenlijk pas het olympische kledingpakket dat van Groenewoud een echte olympiër maakte. ,,We waren op trainingskamp geweest in Limburg, hadden bij terugkeer nog een ijstraining, en daarna stonden de pakketten in Thialf klaar op kantoor. Kom je binnen en staat daar een tas met kleding, twee koffers, een pakket schoenen. Echt zóveel ineens. Maar op dat moment gaat het wel echt leven. Dan beginnen de voorbereidingen en daarna kon ik voor mijn gevoel ook echt toewerken naar de Spelen. Eigenlijk gaat het me sindsdien allemaal veel te snel. Voor je het weet ben je weer thuis.’’
Groenewoud is nog jong, maar maakte de laatste jaren wel grote stappen. Eerst in de marathons, daarna onder de vleugels van Jillert Anema ook op de langebaan. Maar dat ze nu al op de Spelen zou staan? ,,Een paar jaar geleden had ik dat zeker niet gedacht. Maar na vorig seizoen had ik wel het gevoel dat het kon, door mijn prestaties, door de ontwikkeling die ik doormaak. Voor mijn gevoel reed ik vierjaar geleden nog tien seconden langzamer dan nu. Dan verwacht je niet dat je daar zo snel zóveel vanaf rijdt. Na vorig jaar had ik echt wel meer hoop dat het kon.’’
Sfeer
Ze maakt bovendien deel uit van een ploeg waar heel lang niets fout leek te kunnen gaan, al komen in dat beeld in Beijing wel wat scheurtjes. Natuurlijk, Irene Schouten blijft buitenaards presteren, Groenewoud zelf deed het ook prima, maar Jorrit Bergsma zal zich de Spelen anders hebben voorgesteld. Maar hoe dan ook is de balans positief. ,,De sfeer binnen het team, is ook heel relaxed’’, vertelt Groenewoud. ,,Het is een beetje een soort familie met elkaar. Ik denk dat daarom de prestaties ook zo goed zijn, het hele seizoen al. Vanaf het begin staan we er gewoon goed op met z’n allen.’’
Een echte verklaring heeft ze niet direct. Groenewoud wijst op de goede voorbereiding in de zomer, maar ze noemt juist ook die sfeer als voorname factor. ,,We waren meteen goed en dan zijn er veel die twijfels hadden of we dan ook bij het OKT nog goed zouden zijn. Maar daar stonden we er óók. Nee, heb ik zelf nooit aan getwijfeld. Volgens de planning zouden we alleen maar beter zijn op het OKT, en dat kwam uit ook. Zelfs nadat ik dus vlak voor het OKT corona had gehad en het laatste deel van het trainingskamp in Inzell had gemist. Klinkt tegenstrijdig, maar uiteindelijk heeft dat me ook niet slechter gemaakt. Een beetje rust is ook wel goed, en soms belangrijker dan de training zelf.’’
Ze wilde op de Spelen haar beste race rijden. Dat werd het cijfermatig niet, al kon Groenewoud zichzelf weinig verwijten maken. En in dat hele sterke veld kwam ze uiteindelijk toch heel verdienstelijk voor de dag. Wat op dit moment nog voor haar resteert, is de mass-start, terwijl ze ook wordt genoemd als verse kracht op de ploegachtervolging. Op dat onderdeel loopt het binnen de Nederlandse formatie immers moeizaam, en Groenewoud zou een frisse impuls kunnen geven.
Daar wil ze nog niet aan denken, wel aan de mass-start, waarvan het zeker is dat ze die rijdt. En ook nog met Schouten, met wie ze een ingewerkte tandem vormt. Het één-tweetje van het Europees kampioenschap was daar een prachtig voorbeeld van. ,,Zo mag het van mij weer gaan’’, zegt ze lachend. ,,Ik hoop in ieder geval dat we samen iets moois kunnen laten zien. Daar ligt nu in ieder geval de focus op.’’
Ouders
Dat daar geen publiek bij zit, betreurt ze, net als al die andere atleten in Beijing. ,,Bij het EK was ook geen publiek en dan heb je toch ook niet echt het gevoel dat je een EK aan het rijden bent. Hier is dat ook lastig, maar het is wel die ene belangrijke wedstrijd. De knop moet in dat opzicht om.’’ Het gemis van haar ouders voelt Groenewoud niet zo sterk als anderen dat doen. ,,Bij de wedstrijden in Nederland zijn ze er altijd bij, maar ik vraag me af of ze naar China waren gereisd als dat had gekund. Mijn ouders zijn niet zo van het reizen. Stiekem denk ik dat ze dat ook niet hadden gedaan. Voor de televisie zien ze het ook goed, al denk ik dat alleen mijn vader daar zit, haha. Mijn moeder is nogal zenuwachtig. Die vindt het moeilijk om te zien, gaat dan even weg en komt dan terug om te zien hoe ik heb gereden. Maar ze waren natuurlijk wel enorm trots dat ik naar de Spelen mocht, net als de rest van de familie.’’
Na de Spelen zal ze haar ouders weer in de armen sluiten, al is dat misschien maar van korte duur. Het marathonpeloton rijdt immers nog op het natuurijs in Zweden, en die verleiding kan Groenewoud maar moeilijk weerstaan. ,,Ik heb er serieus over nagedacht door te reizen naar Zweden. Ik heb eerst zelfs ‘ja’ gezegd, maar daar ben ik even op teruggekomen. Dan kom ik 20 of 21 februari thuis en moet de 23e alweer weg nadat ik al een maand weg ben geweest. Ik denk toch niet dat ik dat doe.’’ Ze is even stil. ,,Maar ik kan me altijd nog bedenken.’’