NK sprint: Hein Otterspeer kan wereld aan

Met nog 14 dagen tot de NK afstanden kijken we terug op het NK sprint van na de kerst, waar Hein Otterspeer liet zien dat hij in vorm is.
Hein Otterspeer kan wereld aan
Diepe zucht van Hein Otterspeer, gevolgd door een dikke knipoog. Of we het nou echt weer over z’n leeftijd moeten hebben? Het antwoord? Nee. Als je een Nederlands kampioenschap aflevert zoals Otterspeer deed, dan is leeftijd niet meer relevant. Dan ben je gewoon de beste sprinter van het land. Punt.
Hij is in vorm, Hein Otterspeer. Dat demonstreerde hij al met zijn zege tijdens de wereldbeker in Calgary, en dat liet hij ook weer zien tijdens de tweedaagse in Thialf. Met name zijn eerste 1000 meter was indrukwekkend. Dáár pakte de Zuid-Hollander – met zijn 34 jaar nu wél de oudste sprintkampioen – ook zijn winst op de concurrentie en legde hij het fundament voor zijn vierde nationale sprinttitel.
Otterspeer was na afloop eerlijk als altijd. Hij zou liegen, vertelde hij, als hij zei dat zijn prestatie als een verrassing kwam. ,,Ik was al heel blij met de overwinning in Calgary en voelde daar al dat het met de vorm wel goed zat. Ook door mijn tijd op de 500 meter. Ik wist daarom dat mijn klassement in orde zou zijn, maar dan moet je het een week later nog wel doen. En in een vierkamp is dat altijd lastig. Je hebt geen enkele zekerheid, kunt alleen uitgaan van eigen kracht.’’
En met die eigen kracht was niets mis. Net als twee jaar eerder was één afstandszege voldoende, al was de verdere oogst met slechts een bronzen plak op de tweede 1000 meter wat mager, voor zover je dat kunt zeggen in het moordende veld van de sprinters. Want met twee vierde plekken op de 500 meter deed Otterspeer eigenlijk gewoon alles goed. ,,Ik heb vier constante ritten laten zien en dat was genoeg voor de winst. Daar ben ik heel blij mee en heel trots op, want de druk stond er tot en met de laatste afstand volledig op.’’
Extra glans
Want Otterspeer zag natuurlijk ook hoe iederéén aan de start stond, álle toppers. ,,En iedereen wil winnen. Je kunt echt nergens iets laten liggen en dat heb ik ook niet gedaan. Dat geeft deze titel voor mij wel extra glans.’’ Hij zag ook hoe de jonge honden uit zijn ploeg Reggeborgh – Janno Botman, Wesley Dijs, Stefan Westenbroek – zich mengden in de strijd. ,,Die houden me wel scherp hoor, in welke training dan ook. Zelfs náást het ijs met opmerkingen en zo. Natuurlijk ben je een soort vader van het team, een soort leider. Maar uiteindelijk laat je wel je benen spreken. Dat is belangrijk. Dan krijg je het respect, en dat is wederzijds naar die gasten. We zijn een hecht team, stralen dat ook uit en het is mooi daar deel van uit te maken.’’
De loopbaan van Otterspeer kende pieken en dalen, en de achtergrond van deze piek kan hij best duiden. Het lichaam dat hem zo vaak in de steek liet, is nu heel stabiel, legt hij uit. ,,Daardoor kan ik ook een constant hoog niveau halen, ook in de trainingen. Dat is in het verleden weleens anders geweest, en in die zin heb ik nu veel minder frustratie en veel meer plezier. En het vuur brandt nog altijd hoor. Aan de motivatie ligt het absoluut niet. Zo’n week als deze helpt wel enorm. Dan voel je gewoon dat je de wereld aankan.’’