Het fenomeen Jouke Hoogeveen, cultfiguur van het marathonpeloton
door Eric Korver
Het enthousiasme was zeldzaam, zelfs voor de begrippen van de Weissensee, waar liefhebbers de kwaliteiten van een echte schaatser doorgaans kunnen waarderen. Het Oostenrijkse bergmeer stond in vuur en vlam voor Jouke Hoogeveen, die jarenlang kleur gaf aan al die wedstrijden op natuurijs, maar zelden werd beloond. Zaterdag was het zover. Met de Nederlandse titel haalde hij de mooiste prijs uit zijn fraaie loopbaan binnen.
Jouke Hoogeveen is een fenomeen. In meerdere opzichten zelfs. Weinig sporters kunnen zich immers op 41-jarige leeftijd zo meten op topniveau als de man uit Heiloo nog doet. Maar de manier waaróp hij dat doet, is minstens zo bijzonder. Hoogeveen is een aanvaller pur sang. Altijd en overal kiest hij voor het avontuur, ook al is dat soms tegen beter weten in. Het Nederlands kampioenschap vorig jaar op het kunstijs van Groningen was kenmerkend. De titel ging naar Arjan Stroetinga, maar dat NK wordt vooral herinnerd vanwege de bijna vijftig ronden die Hoogeveen in zijn eentje voor het jagende peloton uitreed.
Dat is Jouke Hoogeveen ten voeten uit. De oorspronkelijke Fries conformeert zich zelden aan de standaard, en is nooit eenheidsworst. Het publiek weet dat te waarderen. Zijn slungelige postuur valt op. 'Ooievaarsbenen', zegt hij zelf altijd. Maar hij gaat er hard mee. De baard die hij de laatste jaren draagt vaak vol met ijs, en als het zwaar wordt steevast de tong uit de mond.
Gun-factor
Hoogeveen is uitgegroeid tot een cultfiguur in het marathonschaatsen. Geliefd door vrijwel iedereen, verafschuwd door hooguit de mannen die hem niet kunnen volgen. 'Jouke heeft de G-factor. De gun-factor', brulde de speaker over de Weissensee. Hij sloeg de spijker op zijn kop. Hij werd, gaf hij toe, in de laatste ronde zelfs aangemoedigd door de concurrentie. ,,Waar die populariteit vandaan komt, weet ik eigenlijk niet. Misschien een beetje sympathie voor de underdog. Dat die lange, dunne, ouwe vent kan winnen van zo'n peloton vol jonge, dolle honden.''
Zijn bijnaam luidt 'De lange adem', en dat geeft precies zijn kwaliteiten weer. Als het ver is en zwaar, is Jouke Hoogeveen op zijn best. En precies dat was het die zaterdag op de Weissensee, waar tot dan de omstandigheden juist te mooi waren geweest. Maar tijdens dat Open Nederlands kampioenschap trok de wind aan, liep de temperatuur wat op en viel de sneeuw in dikke vlokken naar beneden. ,,Daar was ik blij mee'', vertelde Hoogeveen. ,,Laat het maar zwaar zijn, dacht ik. Dat past mij, maar veel andere jongens niet.''
Slijtageslag
De rijder van team Bouwselect zag hoe de race over 150 kilometer ontaardde in een slijtageslag waarin de een na de ander wegviel. Op iets meer dan twintig kilometer van de streep zag Hoogeveen zijn kans. ,,Ik had meteen een gaatje en dat groeide langzaam tot bijna een minuut.'' Die vlucht was bijna een kopie van de manier waarop hij vijf jaar geleden won in Zweden. ,,Vond ik ook. Dit heb ik eerder gedaan, dacht ik. Dat gevoel probeerde ik ook weer op te zoeken.'' In de laatste kilometer dacht hij aan Henk Gemser. ,,Bij je taak blijven, zei hij vroeger altijd tegen me. Dat heb ik in mijn oren geknoopt. Blijven staan, blijven kijken naar de scheuren, en niet te veel fantaseren over die streep.''
Zo kon hij eindelijk weer eens juichen op de streep. Dat was, memoreerde Hoogeveen, best lang geleden. ,,Vijf jaar. Zelfs het podium was al een tijdje geleden. Ik zit er hier altijd bij, rijd altijd top tien, maar je moet een keer dat gaatje krijgen. Dat lukte vandaag.'' Da's ook het loon van meer specialisatie. Hoogeveen deed de laatste jaren van alles; kunstijs, natuurijs, langebaan. ,,Maar nu heb ik me echt toegelegd op dit werk. Ik weet dat ik al jarenlang bij de besten hoor hier, maar nu ik een dagje ouder word merk ik ook dat sommige dingen wat minder makkelijk gaan. Maar dit ligt me zó goed. Die lange, zware wedstrijden, dáár moet ik het doen.''
Rode draad
Dat is ook de rode draad in zijn carrière. Hoogeveen won met regelmaat, maar behoudens die ene keer op het kunstijs in Dronten was dat altijd op natuurijs. Vijf jaar geleden was Hoogeveen ook al eens de sterkste op de Weissensee, toen hij de Aart Koopmans Memorial op zijn naam schreef. Maar het beste leek hij uit de voeten te kunnen op het ijs in Zweden. Vier zeges heeft Hoogeveen daar achter zijn naam staan, meer dan wie ook. En dat waren zonder uitzondering indrukwekkende overwinningen.
De eerste in die reeks kwam elf jaar geleden, toen Jouke Hoogeveen voor het eerst won op natuurijs. In het Zweedse Falun keek niemand de vreemde snuiter aan, die de winst zou hebben gestolen. Het leverde een bizar podium op, waar Ruud Aerts stuurs naar links keek, en het Franse betonblok Tristan Loy woedend de blik naar rechts wendde. In het midden de bedremmelde Jouke Hoogeveen, die zich geen raad wist met de situatie.
Die dag kon niemand vermoeden dat diezelfde Hoogeveen zou uitgroeien tot een sieraad voor de sport, een status die hij op de Weissensee nog eens bevestigde. Het peloton kan nog lang niet zonder die slungel. Dat weet Jouke Hoogeveen nu zelf ook weer.