Alleen de eerste telt op het natuurijs van de ondergespoten baantjes
door Eric Korver
Al in december werd het peloton in staat van paraatheid gebracht, maar vlogen er zelfs ploegen vergeefs voortijdig terug uit zonnige oorden. Maar in de tweede week van januari was het wél raak en kon er weer eens gereden worden op natuurijs. De belangrijkste eerste slag was voor Harm Visser en Marijke Groenewoud. Een dag later was het andermaal Groenewoud, nu met Evert Hoolwerf bij de mannen.
Natuurlijk kun je erover twisten of het vloertje op de ondergespoten baantjes werkelijk moet worden gerangschikt onder de noemer natuurijs. En natuurlijk kun je ook twisten over het sportieve belang van die koersjes. Maar niet te twisten valt er over de uitstraling van de wedstrijden in dorpen als Haaksbergen, Noordlaren, Veenoord en nu voor het eerst ook Winterswijk.
Publicitair gezien gaat het om een absolute hoofdprijs. Tenminste, als je de eerste wedstrijd weet te winnen. Wrang is dat na de hype van die eerste editie de boel ook meteen genadeloos in elkaar dondert. De tweede race in Noordlaren was landelijk gezien niet meer dan een voetnoot op de sportpagina’s, áls het al werd gemeld.
Alles bij elkaar maakt dat die rondjes op de ondergespoten baantjes toch wel een vreemd circus. Iedereen buitelt in allerlei gehuchten over elkaar heen om de eerste te mogen binnenhalen, maar sommige dorpen hebben – bij aanhoudende vorst – niet eens meer interesse om de tweede of de derde wedstrijd te huisvesten. Alleen de eerste telt, ook voor de media. Zodra de temperatuur onder nul duikt, is de eerste marathon op ’natuurijs’ vast onderwerp in de nieuwsbulletins en op de sportpagina’s. Vervolgens hoor je niemand meer als die eerste eenmaal gereden is.
Aandacht
Jammer, want de sport en vooral de sporters verdienen het dat ook die tweede, derde en misschien zelfs wel vierde race – ooit was er een Vierdaagse op die baantjes bedacht – aandacht krijgt. Van publiek én van media. En in dat laatste geval zou het leuk zijn als er ook eens aandacht werd besteed aan de wedstrijden op de ovalen van pak ‘m beet Breda of Deventer. Maar dat lijkt een illusie.
Marijke Groenewoud twijfelde even of ze moest starten, maar wint wel in Winterswijk en een dag later in Noordlaren. (Foto Timsimaging / Neeke Smit)
Hoe dan ook boerden Marijke Groenewoud en Harm Visser publicitair goed. De eerste zelfs nog iets beter, omdat bij het ter perse gaan van veel dagbladen de mannenwedstrijd nog niet of nauwelijks was verwerkt. Ook onder de schaatsers zelf is de drang om te winnen groot, en die vermindert niet bovenmatig veel na de eerste race. Harm Visser was zeer gelukkig met zijn zege in Winterswijk, maar baalde oprecht van het mislopen van de winst in Noordlaren. Het blijven topsporters, die willen altijd winnen. Al sloeg Gary Hekman in Winterswijk wel de spijker op z’n kop. ,,Deze wedstrijd is alleen leuk als je eerste wordt.’’
Grote prijs
Harm Visser was bijzonder blij, ook al grossierde hij dit seizoen al in zeges. ,,Maar deze wilde ik heel graag winnen. Het is een grote prijs om te pakken en ik ben hartstikke blij dat het is gelukt. Ik was ontzettend getergd. Het NK was niet gegaan zoals we hadden gehoopt en dit was de eerstvolgende grote wedstrijd waarin we aan de start verschenen en dan wil je er alles aan doen om de overwinning te pakken. Geweldig dat het is gelukt.’’ Visser gaf in de sprint van een kopgroep Christian Haasjes en de Nieuw-Zeelander Peter Michael het nakijken.
Bij de vrouwen werd er ook gesprint, en daar was het Marijke Groenewoud die iedereen achter zich liet. De Friezin is inmiddels een alleskunner. Een vol Thialf of een ijskoud ovaaltje in Winterswijk; het maakt Marijke Groenewoud allemaal niet uit. Ze kan overal winnen, en demonstreerde dat een dag later ook weer in Noordlaren.
Groenewoud kende nog even wat twijfels in de aanloop. Moest ze wel of niet starten op dat natuurijs? Maar uiteindelijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan. ,,Op het moment dat ik hoorde dat die wedstrijd doorging, dacht ik alleen maar ’ik moet erheen’. Gelukkig was het de moeite waard.’’