Het belang van het collectief
Het zijn moeilijke tijden voor vrijwel iedereen, en zeker ook voor de kunstijsbanen in Nederland. Die hebben er normaal al een flinke kluif aan om financieel rond te komen, maar het is haast overbodig te zeggen dat dit alleen maar lastiger wordt bij een gehele of gedeeltelijke sluiting. Juist nu groeit nog eens het belang van de VKN als branchevertegenwoordiger.
Het is een drukke tijd voor Dennis van Rijswijk, voorzitter van de VKN, de Vereniging Kunstijsbanen Nederland. Waar die normaal gesproken wat meer op de achtergrond functioneert, is er voor de branchevereniging in coronatijd een meer prominente rol. Juist nu weegt het belang van het collectief immers zwaar. Samen kunnen de ijsbanen iets bereiken, waar ze ieder voor zich niet toe in staat zijn.
Van Rijswijk constateert dat iedereen langzamerhand in de branche wel het belang van VKN weet te duiden. ,,Daarnaast hebben wij als branchevereniging een ontzettend belangrijke rol gespeeld richting ministerie van VWS bij de totstandkoming van de subsidieregeling SPUKIJZ voor ijsbanen en zwembaden. Die is tot stand gekomen na gezamenlijk overleg met VWS, en heeft ervoor gezorgd dat we als ijsbanen niet zijn overgeslagen en gekoppeld zijn aan de subsidieregelingen om corona door te komen.’’
De pandemie duwde de VKN zo in de richting van een volledig nieuwe rol om te zorgen dat de sport daar goed uitkwam. Nodig, stelt Van Gelderen. ,,Anders dreigden we als ijsbanen achterop te raken. Andermaal is hier het belang van een collectief gebleken. VWS zit aan tafel met zóveel partijen. Je hebt de Vereniging Sport Gemeente, NOC*NSF, het Platform Ondernemende Sporten, de WIZZ, NL Actief en dus de VKN.’’
Platform
Om dat overleg te vereenvoudigen zou VWS het prettig vinden al die verschillende clubs ook weer onder te brengen in één platform, maar daar wil Van Rijswijk nog niet aan. ,,Tot nadat er een echte oplossing is voor de coronaperikelen gaan wij ons niet scharen in één van die collectieven. Wij willen één op één de vinger aan de pols houden met VWS, zodat we niet straks allemaal op één hoop geveegd worden. Uiteindelijk blijft het politiek en moeten we er voor zorgen dat er achteraf niet nog meer schade ontstaat. Daarnaast zijn de ijsbanen qua entiteit en exploitaties vaak zo verschillend van elkaar dat maatwerk noodzakelijk is.’’
Het overleg heeft in ieder geval wel voor een goede steunregeling gezorgd voor de ijsbanen en de zwembaden. ,,Voor de eerste drie tranches voor het laatste kwartaal van 2020 tot 1 juni 2021, hebben we samen met de zwembadbranche een bedrag van 180 miljoen euro beschikbaar gekregen. Echt fantastisch en daar zijn we heel dankbaar voor. Gelukkig hebben we dat niet allemaal hoeven te gebruiken, en dat is op zich weer positief. Voor de laatste tranche van het vierde kwartaal gaat er in ieder geval nog een bedrag komen van 23 miljoen euro vanuit de SPUKIJZ-regeling. Daarnaast lopen nog de TVS (Tegemoetkoming Verhuurders Sportaccommodaties) en de TASO, waarmee we alles bij elkaar op 35 miljoen komen.’’
Afbouw
De VKN maakte zich wel meteen hard voor een goede afbouw van de steunregelingen, om een abrupte stopzetting te voorkomen. ,,We hebben aangegeven dat gezien de impact van de coronamaatregelen de steuntermijn echt niet meteen kan aflopen op het moment dat die maatregelen stoppen. Om ons heen zien we dat verenigingen het bijzonder zwaar hebben. Straks is er echt een langere adem nodig om te zorgen dat alles weer op de rit komt zoals het ooit is geweest.’’
Als Van Rijswijk de situaties van de ijsbanen bekijkt, komt hij tot twee conclusies. ,,Vorig jaar hebben we ontzettend geluk gehad dat de halfopen accommodaties open mochten blijven. Die hebben op zich nog een prima boekjaar gehad. Maar voor gesloten hallen als bijvoorbeeld Thialf en IJsbaan Twente was het dramatisch. Hoe langer die tendens aanhoudt van sluiting of beperkte openstelling, hoe meer je ziet dat het fundament onder die accommodaties langzaam wordt weggeslagen. Iedereen weet: succes komt te voet en gaat te paard. Als je twee jaar lang geen continuïteit kunt leveren aan sportverenigingen, dan gaat dat afbrokkelen en gaan mensen elders zoeken naar ruimte om hun sport te kunnen bedrijven. Met name de teamsport en breedtesport gaan daar massaal aan ten onder en in het kielzog uiteindelijk ook de topsport.’’
Bodem
Op de vraag of de bodem van de schatkist in zich is, lacht Van Rijswijk cynisch. ,,Die bodem is bij ijsbanen altijd in zicht’’, stelt hij. ,,IJsbanen zijn geen fenomeen waarop je wilt insteken als je echt geld wilt verdienen, maar dat is ook niet de intentie van de meeste banen. Meeste geld vloeit dan ook vaak terug naar de sport op gebeid van investeringen en innovatie etc.’’
Toch is het potentiële publiek groot. Dat merkte Van Rijswijk onlangs weer eens bij een bijeenkomst van Energiek Dordt, waar het ging over de ambities van een voetbalclub. ,,Daar werd duidelijk dat Nederland 8,2 miljoen actieve voetballers en bezoekers van voetbalwedstrijden telt. Maar de schaatssport kwam tot 5,2 miljoen. Er wordt weleens vergeten dat we als ijsbanen een ontzettend groot bereik hebben en heel veel mensen actief iets bieden. Daar was ik zelf als voorzitter niet meer verbaasd over, maar dat geeft wel de potentie van de schaatssport aan. Die hoort bij ons land.’’