Irene Schouten werkt in Beijing aan haar olympische legende
Ze was de torenhoge favoriet na een seizoen waarin ze alles won wat er te winnen viel. Maar een favorietenrol en die ook daadwerkelijk waarmaken zijn twee heel verschillende dingen. Irene Schouten kan tot nu toe echter feilloos de plakken aanvinken die haar vooraf toebedeeld werden: goud op de 3000 en de 5000 meter. Na het brons op de ploegachtervolging resteert er nu nog één kans op een vierde plak: de massastart.
Het is best wat als een heel land zo ongeveer al de gouden medailles meetelt die je eerst nog maar eens moet zien te halen. Dan mag je nog zo goed zijn, nog zo indrukwekkende prestaties leveren en nog zo’n enorm overmacht hebben in verreweg het grootste deel van het seizoen; Irene Schouten had makkelijk kunnen bezwijken onder de druk die op haar schouders werd gelegd. Dat deed ze niet.
Irene Schouten is in Beijing gewoon de Irene Schouten die de trouwe volgers van het marathonschaatsen al ruim tien jaar kennen. Helemaal zichzelf, goedlachs, en met beide benen stevig op de grond. Dat heeft ze van huis uit meegekregen in het West-Friese land waar hard werken op de eerste plaats komt, en te grote ego’s zo ongeveer de laatste plaats bezetten. En met die mentaliteit bleek de missie die ze zelf meenam naar Beijing niet te groot voor Schouten.
Want laat er geen misverstand over bestaan: de druk op de schouders van de Andijkse kwam niet alleen van de buitenwacht, maar zeker ook van zichzelf. Irene Schouten zal het nooit van de daken schreeuwen, maar na de wiebelige eerste passen op de langebaan heeft ze zich inmiddels zo ver ontwikkeld dat ze precies weet wat ze kan. En daar hoorde de ambitie van minimaal twee gouden medailles bij.
Belangrijkste
Die heeft ze inmiddels kunnen bijschrijven op haar snel groeiende erelijst. Die op de 3000 meter was misschien wel de belangrijkste van de twee. Met het binnenhalen van die gouden plan wist Irene Schouten dat ze in ieder geval niet zonder goud Beijing zou verlaten, wat er verder ook gebeurde.
De opluchting was die dag ook af te lezen van het gezicht van Schouten. ,,Er is echt een enorme last van me afgevallen’’, bekende ze. ,,Ik was echt heel erg gespannen, maar nu is alle stress eruit en dat is echt lekker. Ik wilde hier olympisch kampioen worden en dat heb ik nu bereikt. Daarmee valt veel weg.’’
Een paar dagen later was dat terug te zien op het ijs. De concurrentie sliep niet, maar legde wel degelijk de druk op Schouten. Sábliková reed al een prima tijd, en Weidemann zette het doel vervolgens écht scherp. Dat zag Schouten zelf ook. ,,Ik wist meteen dat ik echt écht aan de bak moest.’’
Dat heeft de concurrentie geweten. Tot vijf ronden voor het einde hield ze redelijk gelijke tred met de Canadese Weidemann, om vijf ronden later met bijna vijf seconden voorsprong te finshen. De race van Schouten werd al snel beschouwd als één van de beste vijf kilometers in de historie van de Spelen, en dat niet alleen omdat ze een nieuw Nederlands record reed en het twintig jaar oude olympische record van Claudia Pechstein uit de boeken reed. ,,Tijdens de rit hoorde ik al van Jillert dat ik goed op schema lag. Ik had ook het gevoel dat ik de laatste vijf ronden nog wat kon versnellen, en dat was ook zo. En dan rolt er ook nog zo’n mooie tijd uit, en wéér goud. Deze Spelen kunnen voor mij echt nu al niet meer stuk.’’
Alles eruit
Wat niet wil zeggen dat Schouten het nu wel geloofd. Want ook dat zit niet in de aard van het beestje. Ze heeft de kaarten in handen om op slag een olympische legende te worden, en werkt daar hard aan. ,,Op die andere onderdelen wil ik ook nog alles eruit halen. En ook dan geef ik weer alles wat ik heb.’’
In veel gevallen werden Schouten al vier gouden plakken toegedicht. Dat kan inmiddels niet meer, maar een derde zou nog wel kunnen. Maar Schouten beseft dat haar ambities op de massastart kwetsbaar zijn. ,,Daar heb je te maken met anderen en is het niet alleen een strijd van jezelf tegen de klok. Maar ik ben in goeden doen, en dat scheelt een hoop.’’
Ondertussen heeft Schouten geen idee van wat ze in Nederland allemaal losmaakt. Haar woonplaats Andijk staat inmiddels volledig op z’n kop. De altijd nuchtere West-Friezen zijn helemaal in de ban van ‘hun Irene’. Maar ook de rest van het land houdt de adem in en kijkt vol verwachting toe of Schouten nog meer edelmetaal kan verzamelen. En dan bij voorkeur goud. Dat is de druk waarvan Schouten inmiddels heeft bewezen dat ze daarmee kan omgaan. De laatste dagen van de Spelen moeten uitwijzen of ze inderdaad nog één gouden plak – en daarmee een evenaring van de drie van Yvonne van Gennip in 1988 – pakt en daarmee echt als de IJskoningin terugkeert naar Andijk.