Nils van der Poel. Een fenomeen.

De meest fascinerende schaatser en persoonlijkheid van de afgelopen twee jaar stopt met schaatsen. En dat moet hij ook doen. Lees zijn boek How to skate a 10k… and half a 10k en je weet waarom. De buitensporige trainingen die in geen enkel trainingsboekje passen deed hij, een gedurfde nieuwe techniek, fijngeslepen op een kleine 250 meterbaan, introduceerde hij, zijn mentale batterij bewaakte hij – door ieder weekend vrijaf te nemen en op die dagen zonder schema door het leven te gaan. Dat sport en media samengaan en ook entertainment betekenen snapte hij, zijn gouden medaille afstaan aan de partner van een Chinees dissident als statement tegen het regime in Peking bedacht hij, alleen trainen op tien kilometers en toch wereldkampioen allround worden: hij speelde het klaar.
Het boekwerk van Van der Poel laat me niet los: het getuigt van een diep inzicht in alle facetten van het presteren onder druk. Het is een statement van ergens vol voor gaan en de balans bewaken om daarnaast ook nog een goed en gezond leven te leiden. De uitdaging voor Van der Poel ligt niet alleen in het winnen van olympische medailles – de uitdaging ligt hem in het feit dat hij zijn eigen grenzen en die van zijn sport weet te verleggen. Hij gaat de ultieme uitdaging aan met zichzelf.
Je kunt namelijk niet zeggen dat je iets wilt en tegelijkertijd niet de actie ondernemen die nodig is om dat wat je wilt ook te bereiken. Dan houd je jezelf voor de gek, je komt in conflict. Net als de atleet die olympisch goud wil winnen, maar het niet tot zijn taak maakt daar iedere dag voor te leven. O´f je wilt iets bereiken en doet het werk dat nodig is, o´f je wilt het niet. Er is geen andere optie. Dit snapt Van der Poel als geen ander. Het is ook de reden waarom hij stopt. De missie is volbracht, de directe uitdaging is verdwenen.
Nils van der Poel zien we volgend jaar niet terug op de ijsbanen, dat lijkt zeker. Een groot gemis voor de internationale strijd op het ijs, maar zijn manier van denken is een grote aanwinst voor de boekenkast van prestatiefilosofie waar ik zo’n fan van ben.
Mark Tuitert